Een ingegroeide teennagel, ook wel unguis incarnatus genoemd, ontstaat wanneer de scherpe rand van een teennagel in de huid van de teen groeit. Dit probleem komt meestal voor bij de grote teen. Een ingegroeide teennagel kan gemakkelijk ontstoken raken.
Ingegroeide teennagels kunnen verschillende oorzaken hebben. Vaak is het gevolg van verkeerd knippen van de nagels, bijvoorbeeld rond in plaats van recht. Ook kan de druk van schoenen een rol spelen, evenals herhaaldelijke bewegingen waarbij de teen tegen de schoen aanstoot. Dit laatste komt vooral voor tijdens activiteiten waarbij de voet naar voren schuift, zoals bij afdalen.
Een ontstoken, ingegroeide teennagel kan leiden tot pijn, gevoeligheid bij aanraking, roodheid, zwelling en warmte. Soms ontstaat er pus.
Bij een ontsteking door een ingegroeide teennagel kan het helpen de teen (of de hele voet) twee keer per dag vijftien minuten in warm water te weken. Eventueel kunnen twee eetlepels zout of een mild ontsmettingsmiddel, zoals soda of Biotex, worden toegevoegd aan het water. Als de nagel na het weken zachter is geworden, kun je deze iets omhoog tillen en een klein watje onder de nagelrand plaatsen. Dit vermindert de druk op het ontstoken weefsel, wat de genezing ondersteunt en verdere ingroei kan voorkomen.
Een arts kan bij een ernstigere ontsteking ook antibiotica voorschrijven. De werking van antibiotica is vaak merkbaar binnen 48 uur na het begin van de kuur. Binnen een week zijn de symptomen vaak verdwenen.
Bij ernstige of terugkerende gevallen, waarbij antibiotica niet aanslaat, kan een operatie noodzakelijk zijn. Hierbij wordt een deel van de zijkant van de teennagel verwijderd. Deze ingreep kan meestal door een huisarts worden uitgevoerd.